Casus samenwerking / arbeidsconflict onderwijs

Onoplosbaar?

De heer Scholte is manager van van een opleiding HBO-Rechten. Marjan is docent recht en sectieleider van de docentengroep privaatrecht, Kamilla is docente privaatrecht. De opleiding HBO-rechten heeft rond de 80 medewerkers. Daarvan zijn 20 medewerkers verbonden aan de sectie privaatrecht. Kamilla en Marjan moeten nauw samenwerken en coordineren samen het eerstejaarsvak privaatrecht.

Marjan en Kamilla hebben sinds een half jaar een schijnbaar onoplosbaar conflict. Inmiddels is het conflict zo hoog opgelopen dat zij elkaar alleen nog spreken als dat niet te vermijden is. Communicatie verloopt via de mail of via collega’s. Dat werkt slecht en geeft dikwijls problemen. Het onderwijsprogramma komt hierdoor niet op tijd af en is bovendien van slechte kwaliteit. Docenten werden niet op tijd en bovendien niet volledig geinstrueerd. Gevolg is dat studenten gaan klagen en het vak bijzonder slecht wordt beoordeeld, zeer onhandig drie maanden voor een accreditatie. Ook de sfeer binnen de docentengroep privaatrecht is verslechterd.

De heer Scholte waardeert zowel Marjan als Kamilla en wil ze niet kwijt. Marjan is reeds 12 jaar in dienst en zogezegd een oude rot in het vak. Ze is in staat om het eigenzinnige rechtenteam te binden en ze geniet veel vertrouwen bij het management en personeel. Kamilla werkt sinds twee jaar bij de opleiding en heeft inmiddels ook een vaste aanstelling. Ze onderscheidt zich door haar actuele kennis en aansprekende en levendige wijze van doceren, waardoor ze hoog scoort bij studentenevaluaties. Voor de organisatie is het zeer belangrijk dat Marjan en Kamilla goed samenwerken.

De heer Scholte heeft al twee gesprekken over het conflict gevoerd met Marjan en Kamilla. Deze gesprekken hebben tot niets geleid. Wel werd bekend dat ze onenigheid hebben over de gebruikte didactiek.

De heer Scholte had uiteindelijk drie opties:

A Niets doen

In het beste geval lost het conflict zich vanzelf op. Met het besef dat de kansen hierop klein zijn. In het ergste geval leidt dit tot escalatie van het conflict met als gevolg dat een van de zeer gewaardeerde medewerkers vertrekt. Dit zorgt voor onrust in de organisatie en zeker bij de docentengroep privaatrecht. Het doemscenario is een sneeuwbaleffect. Meer medewerkers stappen op ten gevolge van het vertrek van Marjan of Kamilla.

B Zelf het conflict aanpakken

Samen met de personeelsfunctionaris onderneemt de heer Scholte nog een poging om het conflict te beslechten. Marjan en Kamilla worden uitgenodigd voor een laatste gesprek om er in aanwezigheid van Scholte uit te komen. De betrokkenheid van Scholte en de personeelsfunctionaris is hoog. De spanning tijdens het gesprek blijft. Een oplossing blijft uit.

C Mediation inschakelen

Onder begeleiding van een onafhankelijke en neutrale mediator praten Marjan en Kamilla over hun problemen. De standpunten van Marjan en Kamilla worden geïnventariseerd. Emoties die spelen bij het conflict worden aan de orde gesteld. De oorzaak van het ontbrekend vertrouwen wordt in kaart gebracht. De mediator prikkelt Marjan en Kamilla om oplossingsgericht te denken. In het tweede gesprek kwam daarmee een oplossing dichtbij.

De heer Scholte had de ervaring dat hij en zijn personeelsfunctionaris te betrokken waren om deze twee mensen bij elkaar te brengen. Hij koos daarom voor een mediator met als achterliggende redenen:

Onrust onder personeel, personeelsverloop voorkomen, extra wervings- en opleidingskosten, ontevreden studenten, de opkomende accreditatie en de verborgen kosten van dit sluimerende conflict.

Hoe ging het nu verder?

Het geschil kende meer aspecten dan tot dan toe bekend. Marjan voelde zich bedreigd door de moderniseringsdrang van Kamilla en haar kennis van nieuwe didactische methoden, met name de digitale leermiddelen. Ze maakte zich zorgen over haar positie. Ze vond dat Kamilla slijmde bij studenten en hen te soepel beoordeelde. Volgens haar was Kamilla bezig met een populariteitsoffensief richting docenten en collega’s en management. Ze ergerde zich ook aan de ambities van Kamilla en haar dadendrang. Ze vertrouwde Kamilla dan ook voor geen cent en vond haar arrogant.

Kamilla stoorde zich aan de manier van werken van Marjan. Ze vond haar ouderwets werken en ervaarde dat als inefficiënt. Wat haar betrof was Marjan niet meer bij de tijd met haar manier van lesgeven. Kamilla wilde digitale leermiddelen invoeren en ervaarde de houding van Marjan als weerstand en weinig vernieuwingsgezind. Ze dacht dat Marjan hier alleen negatief tegenover stond en dat gaf haar het gevoel niet serieus genomen te worden door Marjan en haar medewerkers.

Marjan en Kamilla hebben het vertrouwen middels mediation in elkaar kunnen herstellen. Uiteindelijk leidt dit tot een beter communicatieklimaat. De afspraken over de onderlinge samenwerking en communicatie zijn schriftelijk vastgelegd. Samen hebben zij een voorstel aan het management gedaan voor de invoering van digitale leermiddelen. Kamilla is gewonnen voor de nieuwe didactiek en werkt samen met Marjan aan een onderwijsprogramma waarin digitale leermiddelen ingezet worden.

Door mediation in te zetten hield de heer Scholte de situatie in eigen hand. De samenwerking tussen Marjan en Kamilla verbeterde, de studentenevaluaties bleven goed en de afdeling kwam glansrijk door de accreditatie.